Een infuus prikken kan best een uitdaging zijn voor een verpleegkundige! Enkele tips over het plaatsen van een infuusnaald (= intraveneuze katheter of venflon) vind je hier.

Niet iedere patiënt is gemakkelijk aan te prikken. Patiënten die bijvoorbeeld chemotherapie hebben ondergaan of veel last van oedeem hebben, zijn over het algemeen lastiger te prikken. Een chemokuur kan namelijk zorgen voor vaatschade, waardoor het vat lastiger te vinden is en vaak fragieler is. Overgewicht of ‘rollende aders’ kan er ook voor zorgen dat de patiënt moeilijker te prikken is.

Welke materialen moet ik gebruiken bij het prikken van een infuus

Neem de tijd om de benodigde materialen erbij te pakken.

  • absorberend matje
  • desinfectiemiddel
  • gaasjes (ontseriel)
  • stuwband
  • infuusnaalden (pak er voor de zekerheid meer en verschillende groottes. Groen is het grootst, dan komt roze en blauw is de kleinste)
  • tegadarm iv pleister (om de infuusnaald nadien af te plakken)
  • opzuignaald
  • spuitje met 10cc NaCl 0,9%
  • ampul met NaCl 0,9% (of een kant en klare venflon flush)

Neem de tijd bij het prikken van een infuusnaald

Niets is zo vervelend dan te gehaast te werk gaan. Dat geldt helemaal voor wanneer je de handeling nog niet helemaal onder de knie hebt. Daarnaast maakt te gehaast werken ook dat je je niet helemaal op het prikken van het infuus kunt richten. Wanneer het kan, overleg dan met een collega en geef desnoods je pieper of telefoon even af. Vertel gewoon eerlijk dat je even de tijd wilt nemen om te oefenen met deze handeling, omdat je er nog ervaring in moet krijgen.

Voorbereiding bij infuus prikken

infuus prikken op arm met stuwband
infuus prikken op arm met stuwband

Stel je voor aan de patiënt en vertel wat je gaat doen. Dat spreekt voor zich. Wanneer je het matje onder de arm hebt geplaatst en de stuwband om de arm hebt vast gemaakt, leg je je spullen klaar binnen handbereik. Vraag aan de patiënt om de arm naar beneden te laten hangen en zo mogelijk een vuist te maken. Doordat je deze tijd gebruikt om je spullen klaar te leggen, kunnen de bloedvaten beter opkomen. Je ziet wellicht al enkele bloedvaten onderhuids opkomen.

Waar kun je een infuus prikken?

Bekijk de verschillende bloedvaten in de arm om te bepalen waar je gaat prikken. Neem hier de tijd voor. Bedenk ook waarvoor de patiënt de infuusnaald moet hebben. Moet er enkel vocht doorheen? Of gaat de patiënt er een medicijn of contrastmiddel doorheen krijgen? Wat is de snelheid waarmee de patiënt infusie krijgt (een halve liter per 24 uur of een halve liter in 30 minuten is een groot verschil). De dikte van de venflon moet hier zo nodig op aangepast worden. Hoelang moet de patiënt infusie krijgen (een intraveneuze antibioticakuur van 5 dagen lang benodigd een andere prikplaats dan een infuusnaald voor een eenmalig onderzoek).

Wanneer de patiënt bijvoorbeeld voor een CT-scan gaat waarbij hij contrastvloeistof krijgt, is een venflon in de elleboog een prima plaats. De patiënt moet dan misschien tijdens het onderzoek de arm gestrekt houden, zodat de intraveneuze katheter niet afknelt. Voor een 24 uurs continue infusie is de elleboogplooi niet zo handig. Niemand is te instrueren om de arm 24 uur per dag gestrekt te houden, zodat er geen occlusie (verhoogde druk doordat de vloeistof niet het bloedvat in kan). Een venflon op de hand, of liever nog op de onderarm, is dan een betere keuze. Sommige patiënten mogen op bepaalde plaatsen niet geprikt worden in verband een ingreep in het verleden (borstamputatie) of eventuele nierdialyse in de toekomst (venepreservatie). Let hier op en vraag de patiënt hier eventueel naar.

Een infuus aanprikken oefenen

Bedenk wel: oefening baart kunst! Dus zorg dat je goed voorbereid bent en probeer het als het even kan zelf! In de praktijk proberen verpleegkundigen zelf 1 of 2 keer aan te prikken om daarna een collega te vragen. Veel zorginstellingen bieden cursussen of praktijklessen aan om te oefenen met het aanprikken van een venflon. Daarbij wordt meestal op een pop of arm geoefend.