Site pictogram Enurse.nl

Vitale functie meten: hoe en wat?

communicatie in de zorg

Een vitale functie is een lichaamsfunctie die het lichaam in leven houdt. Wanneer iemand in het ziekenhuis belandt, worden deze functies als eerste gemeten en de metingen worden regelmatig herhaald. Door het meten kan zorgpersoneel beoordelen of inschatten hoe de lichamelijke toestand van de patiënt op dat moment is. De verpleegkundige heeft een belangrijke taak: het afnemen, beoordelen en handelen of vitale functies.

Wat is een vitale functie?

We kennen de volgende vitale functies: ademhaling, bloedcirculatie en bewustzijn. Wanneer één van de functies niet goed functioneert of zelfs wegvalt, heeft dat consequenties voor de andere vitale functies. De verpleegkundige is regelmatig diegene die de metingen doet en zo veranderingen in de toestand van de patiënt snel kan waarnemen. Dat kan bijvoorbeeld gestructureerd door middel van de EWS score.

Ademhaling

De ademhaling wordt door zorgprofessionals als eerste gemeten. Immers, wanneer een patiënt geen ademhaling heeft moet er worden gestart met reanimeren, want dan is er ook geen bloedcirculatie. Het hart zal anders na 2 a 3 minuten ook stoppen met werken. Ademhalen is dus belangrijk. Het ventileert de longen en zorgt voor aanvoer van nieuwe zuurstof en afvoer van koolstofdioxide.

Verpleegkundigen gebruiken het volgende om de ademhaling te meten:
– saturatie in procenten (een graadmeter voor de hoeveelheid zuurstof die aan het Hb in de rode bloedcellen gebonden is).
– ademhalingsfrequentie (de hoeveelheid ademhalingen geteld in een minuut).
Bovenstaande metingen kunnen afwijken bij acute situaties, maar kunnen ook afwijken bij bepaalde aandoeningen zoals COPD.

Bloedcirculatie

Bloed gaat het gehele lichaam door en transporteert allerlei stoffen via de bloedvaten. Het hart moet pompen om al het bloed het gehele lichaam door te krijgen. Het hart kan minder goed functioneren. Dat kan acuut gebeuren, maar ook een jarenlang proces zijn. Op die manier raken bepaalde delen van het lichaam minder goed doorbloed en kunnen daardoor beschadigen of zelfs necrotiseren (afsterven).

Verpleegkundigen gebruiken het volgende om de bloedcirculatie te meten:
– bloeddruk systolisch (bovendruk):  fase waarin de hartkamers (ventrikels) zich krachtig samentrekken en bloed in de bloedsomloop wordt gebracht.
– bloeddruk diastolisch (onderdruk): fase waarin de hartkamers (ventrikels) zich ontspannen en zich vullen met bloed.
– Frequentie (aantal hartslagen per minuut).
– Ritme (slaat het hart regelmatig of onregelmatig).

Bewustzijn

Wordt gemeten door middel van:
– Glascow coma schaal of EMV score: een schaal waarbij het bewustzijn kan worden gescoord. Er worden 3 reacties gemeten E – eye movement (van het kunnen openen van de ogen tot geen enkele reactie, ook niet op een pijnprikkel), M – motorisch (van het motorisch kunnen uitvoeren van een opdracht zoals: ‘kunt u de linkerarm optillen’ tot geen enkele reactie), V – verbal (van duidelijke antwoorden geven op vragen en geörienteerd zijn tot geen enkele verbale reactie).

Hoe je de EMV of Glascow coma schaal afneemt, lees je hier.

Mobiele versie afsluiten