Veel voorkomende medicatie moet tijdens de opleiding tot verpleegkundige geleerd worden. Het kan gebruikt worden bij methodes zoals klinisch redeneren.
Medicatie groepen
Medicijnen kunnen in verschillende groepen verdeeld worden. Er bestaan nog veel meer groepen. De meest gebruikte groepen van veel voorkomende medicatie vind je hieronder op alfabetische volgorde.
ACE-remmers : bloeddrukverlagend / hartfalen
Analgetica : pijnstiller
Anesthetica : pijnverdovend middel
Antibiotica : bestrijdt bacteriële infecties
Anticoagulantia : bloedverdunners / antistolling
Anticonceptiva : middel om zwangerschap te voorkomen
Antiallergica : tegen allergieën en hooikoorts
Antidepressiva : stemmingsverbeteraar
Antidota : tegengiften
Antiepileptica : middel tegen epilepsie
Antihistaminica : onderdrukt allergische reacties
Antihypertensiva : bloeddrukverlagend
Antipsychotica : middel tegen psychoses
Benzodiazepines : sedatiemiddel (kalmerend/angstverminderend)
Bloeddrukverlagend : bètablokkers / anti-diuretica / ACE-remmers
Bloedglucoseverlagend : verlaagt de bloedsuikerspiegel
Cardiaal : voor betere hartwerking (ACE-remmers / bètablokkers )
Corticosteroïden : bijnierschorshormoon
Cytostatica : geneesmiddelen bij kanker
Dermatica : huidmedicatie (bijv. zalf / creme)
Diuretica : plaspillen
Hartglycosiden : voor betere beweging en ritme van het hart
Hormonen : hormoonsuppletie
Insulinen : hormoon om de bloedsuikerspiegel te verlagen
Laxantia : geneesmiddel tegen obstipatie
Longmedicatie : luchtwegverwijder / ontstekingsremmer
Maagzuurremmers : ter genezing van een maagzweer of ter pijnstilling in de maag
NSAID’s : ontstekingsremmende pijnstiller
Opioïden : sterke pijnstiller / morfine-achtigen
Psychofarmaca : tegen psychische problemen
Vasodilatantia : vaatverwijdende middelen
Vitaminen : vitamine suppletie
Meest gebruikte medicatie
Paracetamol | Meest bekende pijnstiller, werkt tevens koortsremmend. Let op bij: leverbeschadigingen. |
Metoprolol | Bètablokker. Verlaagt de bloeddruk en hartslag. |
Omeprazol | Maagzuurremmer. Bij brandend maagzuur of een maagzweer. Bijwerking: maag-darmklachten. |
Acetylsalicylzuur | Bloedverdunner. Zorgt ervoor dat het bloed minder snel samenklontert. Bijwerking: spierpijn. |
Metformine | Bloedglucoseverlagend. Zorgt ervoor dat de lever minder glucose vrijlaat in het bloed. Bijwerking: maag-darmklachten. |
Simvastatine | Cholesterolverlager. Bij mensen met een te hoog cholesterol. Bijwerking: spierpijn. Let op bij: leverbeschadigingen. |
Pantoprazol | Maagzuurremmer. Bij brandend maagzuur of een maagzweer. Bijwerking: maag-darmklachten. |
Furosemide | Diuretica / plastablet. Bij het vasthouden van teveel vocht. Tegen hoge bloeddruk. Bijwerking: dorst, duizeligheid. |
Hydrochloorthiazide | Diuretica / plastablet (milder dan furosemide). Bij het vasthouden van teveel vocht. Tegen hoge bloeddruk. Bijwerking: dorst, duizeligheid. |
Calcium met vitamine D | Calci-Chew. Kalktablet dat wordt voorgeschreven bij botontkalking (osteoporose). Is belastend voor de nieren. |
Macrogol | Laxeermiddel (Movicolon). Zorgt voor darmperistaltiek en werkt laxerend. |
Salbutamol | Luchtwegverwijder. Bij astma, bronchitis, COPD, longefyseem. Wordt met een ‘pufje’ gegeven of met tijdens verneveling. |
Diclofenac | Pijnstillende ontstekingsremmer / NSAID. Vooral gebruikt bij gewrichtspijnen. |
Amoxicilline | Antibiotica. Doodt bacterieën. Bijwerking: maag-darmklachten. |
Ibuprofen | Pijnstillende ontstekingsremmer / NSAID. Vooral gebruikt bij gewrichtspijnen. |
Oxazepam | Benzodiazepine. Rustgevend en kalmerend middel. |
Temazepam | Benzodiazepine. Rustgevend en kalmerend middel. Slaapmedicatie. |
Levothyroxine | Schildklierhormoon. Bij een niet of te traag werkende schildklier. |
Acenocoumarol (sintrom) | Bloedverdunner. Remt de bloedstolling. De dosis wordt gecontroleerd voorgeschreven door geregeld de INR waarde te prikken bij de patiënt. |
Toedieningsvormen
Toedieningsvorm | Betekenis | Omschrijving |
dermaal / transdermaal | op de huid / door de huid | door middel van een pleister (nicotine, fentanyl) |
inhalatie | via de luchtwegen | door verneveling of een zogenaamd ‘pufje’ |
intraveneus (iv) | injectie in een ader | |
intramusculair (im) | injectie in een spier | |
oraal | via de mond en slokdarm | Opname via het maag/darmkanaal. In de vorm van een tablet, capsule, drank of poeder. |
slijmvliezen | via slijmvliezen | Oog- en neusdruppels, verstuiving (mond- en neusspray) |
subcutaan (sc) | onderhuidse injectie | |
sublinguaal | onder de tong | Spray of een tablet onder de tong voor een snelle werking via de slijmvliezen. |
rectaalvia de anusOmzeilt de maag en heeft een snelle werking. Zetpil, klysma. |