Een vochtbeperking is een beperking in de vochtopname die een patiënt heeft. Het komt meestal voor bij patiënten met nierfalen of hartfalen. In de praktijk betekent dat meestal dat hij of zij zich dient te houden aan een maximum aan vochtinname, bijvoorbeeld dranken en vloeibare voedingsmiddelen.

Waarom heeft iemand een vochtbeperking?

Er zijn verschillende redenen voor het opleggen van een vochtbeperking. Het wordt meestal door de arts voorgeschreven wanneer een orgaan minder goed functioneert. Bijvoorbeeld een nier goed werkende nier, een verminderde pompfunctie van het hart of een niet optimaal werkende lever. Omdat het lichaam in zo een situatie niet teveel belast mag worden en teveel vocht een probleem kan opleveren, is de vochtbeperking nodig.

Veelvoorkomende vochtbeperkingen zijn: 1000 mL (1 liter) en 1500 mL (1,5 liter). In uitzonderlijke gevallen wordt een beperking van bijvoorbeeld 750 mL voorgeschreven.

Voorbeeld van een vochtbeperking

De patiënt maakt gebruik van nierfunctievervangende therapie: dialyse. Hij is dus nierpatiënt. Doordat de vochtbalans zeer nauw in de gaten moet worden gehouden, de patiënt niet plast en niet teveel vocht tot zich mag nemen, heeft de patiënt een vochtbeperking van 1000cc opgelegd gekregen van de dokter, de nefroloog.

Dat betekent dat hij per 24 uur maar 1 liter vloeistof tot zich mag nemen. Bij een strenge vochtbeperking kan het zijn dat ook infusie mee wordt gerekend. Houd daar dus rekening mee met eventuele infusie die hij toegediend krijgt.

In dit voorbeeld mag de patiënt dus 1 liter, oftewel 1000 mL drinken (of infusie krijgen). Wanneer bedacht wordt dat een gemiddeld glas water 150 mL bevat, dan mag de zorgvrager in totaal (1000 : 150 + 6,67) ruim 6,5 glazen water drinken. Dat is niet veel. Houdt daar rekening mee.Medisch rekenen oefenen

Tips voor verpleegkundigen bij patiënten met een vochtbeperking

Bedenk dat de patiënt een maximum aan vochtinname opgelegd heeft gekregen. Biedt hem niet telkens iets te drinken aan. Geef eventueel door aan keukenpersoneel of andere personen om de patiënt heen, dat er een vochtbeperking geldt. Zo zullen mensen die het goed bedoelen en de patiënt iets aan willen bieden dit ook weten.

Wanneer de patiënt medicatie per infuus krijgt, bedenk dan dat dit ook vocht betreft. Wanneer er bijvoorbeeld antibiotica intraveneus is voorgeschreven, is het beter om dit als bolus (opgelost in bijvoorbeeld 20cc) te geven, dan opgelost en langlopend in een zakje van 100cc.

Lees verder over andere verpleegkundige kennis thema’s zoals (voedings)sonde en verpleegkundig rekenen.